Onderhoudsvriendelijke tuin maken

Tips voor een onderhoudsvriendelijke tuin.

De indeling van de onderhoudsvriendelijke tuin.

Bij het aanleggen van een onderhoudsvriendelijke tuin heb je een keuze in de indeling. Grofweg kun je kiezen uit gazon, border, bestrating en grind. Om een tuin goed in balans te laten zijn, moet eigenlijk minimaal 50% van het oppervlakte uit groen bestaan. Dit wil zeggen; gazon of border. Van deze twee is de plantenborder de meest onderhoudsvriendelijke optie, als je tenminste kiest voor de juiste beplanting. Een gazon betekent immers wekelijks grasmaaien en daarnaast nog kantensteken, onkruidbestrijden, verticuteren, etc. Bij de keuze tussen bestrating of grind, is bestrating de meest voordelige optie.

Het gebruik van onderhoudsvriendelijke planten.

Plantenborders kunnen erg onderhoudsintensief, maar ook bijna onderhoudsvrij zijn. Alles hangt af van de keuzes die gemaakt worden wat betreft plantensoorten. Eigenlijk moet je bij het indelen van de border in je achterhoofd houden, dat ieder lichtstraaltje op de bodem werk veroorzaakt. Onkruid groeit logischerwijs alleen als het licht krijgt. Bij het kiezen van vaste planten, kies je dus voor planten die licht wegnemen van de bodem. Zo is bijvoorbeeld een roos een enorm slechte keuze, en een hosta met zijn grote bladeren een veel betere. De hosta sterft echter in de winter wel bovengronds af, en laat in het najaar en vroege voorjaar dus alsnog licht door. Wintergroene planten die in de winter hun blad vasthouden, zijn dus een nog betere keuze, als je werkt aan een onderhoudsvrije border. Voorbeelden zijn Euyonimus, Viburnum davidii, kruipconiferen, Pachysandra, en buxus. Deze wintergroene planten staan over het algemeen niet bekend vanwege hun prachtige bloei. Je zou ze dus kunnen afwisselen met bloeiende vaste planten

Onderhoudsvriendelijke en rampzalige bodembedekkers.

Bodembedekkers worden over het algemeen gezien als een goed middel tegen onkruid. Veel bodembedekkers vormen een soort zode, waar onkruid geen schijn van kans heeft. Natuurlijk duurt het wel enige tijd, voordat de bodembedekkers ook daadwerkelijke de hele bodem hebben bedekt. Tot die tijd zul je het onkruid met de hand tussen de bodembedekkers moeten uittrekken en kun je de schoffel in de schuur laten staan. Niet alle bodembedekkers vormen binnen een paar jaar een compleet dichte zode en sommigen zelfs helemaal nooit. Die bodembedekkers bezorgen je alleen maar extra werk. Voorbeelden van geschikte wintergroene onderhoudsvriendelijke bodembedekkers zijn; Campanula, Waldsteinia, Leptinella en Ajuga. Gebruik ze nooit als hoofdbeplanting maar altijd in combinatie met vaste planten of struiken.

Een onderhoudsvriendelijke bestrating.

Bestrating zorgt voor onderhoudswerk zodra er onkruid in de voegen groeit, en als het groen gaat uitslaan van mos of algen. Om onkruid in de voegen te voorkomen kun je kiezen voor grotere tegels, zodat je minder voegen hoeft bij te houden. Ook kun je de voegen dicht maken met voegsel. Om algen en mos te voorkomen, gebruik je tegels met een glad oppervlakte.

Een onderhoudsvriendelijke haag en onderhoudsvrije struiken.

Denk bij het kiezen van een haag goed na over de tijd die het gaat kosten om deze haag bij te houden. Kies je bijvoorbeeld voor een ligusterhaag, dan kost je dat drie keer per jaar een snoeibeurt. Het gros van de hagen zul je twee keer per jaar moeten snoeien en sommigen slechts één keer. Deze langzaam groeiende hagen zijn vaak wat duurder in de aanschaf, maar besparen je dus op lange termijn veel tijd en energie. Laat je bij de aanschaf van een haag dus goed voorlichten. Ook losse struiken die je in de tuin zet, zijn heel verschillend in onderhoud. Er zijn struiken genoeg te vinden waar je jarenlang niet naar om hoeft te kijken, zonder dat ze boven de schutting uit zullen komen. Voorbeelden hiervan zijn Rhododendron, dwergconiferen, japanse esdoorn, Skimmia, etc. Ook struiken nemen natuurlijk licht weg van de bodem waardoor je minder onkruid hoeft te bestrijden.

Onderhoudsvriendelijke bomen.

Bomen kosten tijd vanwege het blad dat ze laten vallen en wellicht ook door het snoeiwerk dat ze meebrengen. Denk bij het kiezen van een boom goed na over de uiteindelijke hoogte die de boom mag bereiken. Door de juiste soort te kiezen, bespaar je jezelf onnodig snoeiwerk. Ook is het zaak om geen model bomen te nemen,  zoals lei-lindes of dakplantanen. De Nothofagus antartica is een boom met minuscule blaadjes, waarvan je niet veel bladafval in je tuin zult tegenkomen. Naast bladverliezende bomen, kun je ook gaan voor een groenblijvende boom. De Magnolia grandiflora of de gewone hulst bijvoorbeeld. Doordat ze hun blad vasthouden, heb je gegarandeerd een rustige herfst.

Bent u op zoek naar een hovenier die u helpt bij het inrichten van uw tuin. De schrijver van dit artikel helpt u graag. Voor de homepage klikt u hier. Hovenier

vijverrand van vijverturf (borderturven)

Vijverrand wegwerken met turf (vijverturf, borderturven)

Een plasctic vijverrand wegwerken op een natuurlijke manier kan met vijverturf. Borderturf is een ander woord voor hetzelfde materiaal. Blokken gedroogde turf die je kunt gebruiken om natuurlijke muurtjes van te stapelen of voor het wegwerken van een vijverrand. Vaak worden bij de vijver alleen stenen gebruikt, waardoor de vijver een wat gekunsteld karakter krijgt. Vijverturf is een oplossing voor een wat nonchalantere en natuurlijk ogende vijverrand. De turfblokken kun je met een houtzaag makkelijk in plakken zagen van ongeveer drie tot vijf centimeter dik. Deze plakken kun je neerleggen op de vijverrand en desnoods ook nog vastzetten met pennen in de grond. Hiervoor kun je groen geplastificeerd ijzerdraad gebruiken, waar je een soort tentharingen van buigt. Door de plakken turf iets over de vijverrand te laten steken, krijg je een grillige rand, waarmee je het gebruikte vijverplastic onzichtbaar maakt. Op de foto zie je een mini vijver die net is aangelegd. Het vijvertje ziet er direct uit alsof het er al langer ligt. Je kunt je wellicht al voorstellen hoe dit eruit komt te zien met wat extra planten om de vijver, zoals varens mossen en bodembedekkers. De borderturven zijn na het plaatsen ook bestrooid met zand uit de tuin om zodoende één geheel met de tuin te vormen.

Hoveniersbedrijf Ultima Flora helpt u graag bij het aanleggen of onderhouden van uw vijver. http://www.ultimaflora.garden

struiken stekken lavatera struik stek

Struiken stekken

 

Weinig tuinklusjes zijn zo bevredigend en makkelijk als het stekken van bladverliezende struiken. Op internet zul je veel gedetailleerde informatie vinden over het stekken van struiken, waardoor het soms toch nog moeilijk lijkt. Toch is en blijft het vermeerderen van struiken heel simpel. Knip een stukje tak en zet het in de grond. Maak je niet te druk over hoe je de tak afknipt, het aantal ogen, stekpoeder en meer van dit soort dingen. Zonder stekpoeder heb je vast en zeker een minder groot percentage geslaagde stekjes, maar dit kan het feestje vast niet bederven.

 

Wanneer kun je struiken stekken

De meeste struiken kun je zowel in de zomer, als in de winter stekken. We hebben het nu wel over bladverliezende struiken.  Winterstek is gebruikelijker dan zomerstek, en bij sommige struiken werkt dit ook beter. In het geval van het maken van een zomerstek, laat je altijd een klein blaadje aan de stek zitten. Als je teveel blad laat zitten, verdampt het stekje teveel vocht, waardoor het verdroogd. Bij een winterstek zit er logischerwijs geen blad aan de stek. We hebben het tenslotte over bladverliezende struiken.

 

Welk gedeelte van de struik moet je stekken.

Bij het maken van een winterstek, pak je een stukje houtachtige tak met een dikte van potlooddikte tot duimdikte. Denk hierbij aan ongeveer 15 cm lengte, waarvan je de helft in de grond steekt. Bij het maken van een zomerstek, neem je een kruidachtige scheut. Een scheut is een tak die nog diezelfde zomer gevormd is. Deze zijn nog niet verhout, maar zijn nog groenig van kleur. Aan deze scheut laat je nog een klein blaadje zitten.

 

Hoe behandel je de stek.

Stekken moeten in contact staan met de grond om wortels te kunnen vormen. In potgrond zit uiteraard meer lucht dan in zand. Hierdoor wordt de vochtigheidsgraad in de grond onstabiel. Meestal wordt dan ook aangeraden om in zand te stekken. Natuurlijk kun je ook in een potje met potgrond een gaatje maken met je vinger en daar zand in doen. Vervolgens zet je de stek in dat gaatje met zand. De wortels van de stek zullen al snel het voedzame potgrond bereiken en zodoende hoef je de stek niet meer te verplaatsen. Na het maken van de stek moet de grond altijd goed worden aangedrukt. Dit om zoveel mogelijk verdamping te voorkomen. Stekken afdekken met folie geeft bij sommige struiken extra kans op slagen, maar is lang niet altijd nodig. Zet de stekken nooit op een te zonnige plek en haal de stek pas uit de pot als het hele potje vol zit met wortels.

 

Welke struiken kun je goed stekken.

De onderstaande struiken staan er om bekend dat ze makkelijk te stekken zijn. Ook andere struiken kun je natuurlijk gewoon proberen te stekken.

Budleja – Vlinderstruik stekken

Lavatera – Struikmalva stekken

Ficus – Vijgenstruik stekken

Ribes – Bessenstruik stekken

Cornus – Kornoelje stekken

Forsythsia – Chinees klokje stekken

Hydrangea – Hortensia stekken

Ligustrum – Liguster stekken

Vitus – Druif stekken

Viburnum – Sneeuwbal stekken

Philadelphus – Boerenjasmijn stekken

Lavandula – Lavendel stekken

Caryopteris – Baardbloem stekken

Rubus – Braam en Framboos stekken

En meer….

 

Struiken vermeerderen door afleggen.

Alle struiken die je kunt stekken zijn ook geschikt voor afleggen. Bij het afleggen van een struik neem je een tak die je naar beneden buigt en even onder de grond door laat lopen. Zo’n tak zet je vast aan de grond met een ijzerdraad of je legt er een steen op. De plek waar de tak in contact komt met de grond, raakt vanzelf beworteld. Zodra de tak hier genoeg wortels heeft, knip je hem af van de moederplant. Het voordeel van deze manier van vermeerderen is dat je al gelijk een flink grote nieuwe plant hebt.

takken tafel in interieur

Tafel van takken maken.

 

Creatief met takken.

Steeds vaker worden takken binnenshuis gebruikt in het interieur. Een trend die waarschijnlijk voortkomt uit de behoefte aan hergebruik van materialen. In dit geval snoeihout. Hoveniersbedrijf Ultima Flora stuit bij het snoeien van bomen regelmatig op ideale stukken hout voor creatieve doeleinden. Soms zijn stukken snoeihout te mooi om weg te gooien en dan ontstaat er een project zoals dit tafeltje zonder schroeven, spijkers en lijm.

 

Tafel van takken

Het tafeltje op de foto’s is gemaakt zonder schroeven, spijkers of ander verbindingsmateriaal. Het lijkt erop dat er heel veel losse takken zijn gebruikt, maar in werkelijkheid zijn het slechts drie stukken hout. Ieder stuk is een splitsing van een stam in drie verschillende takken van ongeveer gelijke dikte. Zo’n splitsingstuk is op de kop neergezet en zodoende heb je een driepoot. Drie van zulke driepoten zijn genoeg om een glazen plaatje op te kunnen leggen en zodoende een tafeltje te maken. Natuurlijk kun je dit tafeltje ook in het miniatuur uitvoeren voor bijvoorbeeld een dikke kaars. In plaats van een plaatje glas kun je bijvoorbeeld ook een schijfje boomstam gebruiken.

 

Takken gebruiken voor andere interieur objecten.

Op internet vind je veel toepassingen van takken in het interieur. Zo vind je kapstokken, tussenwanden, lampen en meer. Na het zien van dit inspirerende materiaal  kijk je wellicht anders naar het snoeihout wat uit de tuin komt. Realiseer je wel dat verse dikke takken en stammen uit de tuin nog kunnen gaan schimmelen als je ze direct naar binnen brengt. Dit omdat er nog vocht uit de vaten komt. De schimmel vormt zich alleen op de kopse kanten waar de tak is afgezaagd. Bij het gebruik van dunnere takken zul je hier weinig of geen last van hebben. Succes bij het hergebruik van uw snoeihout!

takken-tafel

takken tafel

lang bloeiende vaste planten bij hoveniersbedrijf Ultima Flora

Langbloeiende vaste planten

De waarde van langbloeiende vaste planten.

Iedere hovenier wil het. Een tuin die altijd bloeit en ieder moment een feest is om naar te kijken. Om dit te bereiken, letten doorgewinterde tuinliefhebbers op de bloeitijden van de vaste planten bij het inplanten van de tuin. Voorjaarsbloeiende planten worden afgewisseld met najaars- en zomerbloeiende planten om ieder moment van het jaar bloemen te hebben. Feit is dan wel, dat er altijd maar enkele planten bloeien, tussen veel planten die hun bloeitijd al hebben gehad of nog moeten krijgen. Met langbloeiende planten kun je dit voorkomen. Ze zijn een onmisbare groep die de tuin nodig heeft, als je het wil veranderen van een bloeiende tuin naar een bloemenparadijs.

De toppers onder de langbloeiende vaste planten.

Hieronder een opsomming van langbloeiende vaste planten die door Ultima Flora veel gebruikt worden.

  • Erysimum bowles “Mauve”
  • Verbena bonariensis
  • Geranium “Rozanne”
  • Lavatera “Barnsley”
  • Gaura lindheimeri “Whirling butterflies”
  • Persicaria amplexicaulis
  • Coreopsis verticilata moonbeam
  • Agastache “Bleu Fortune”
  • Leucanthemum silver princes
  • Erigeron karvinskianus
  • Erigeron glaucus seabreeze
  • Echinacea purpurea ” Summercloud”
  • Achillea terracotta

Bovenstaande planten zijn stuk voor stuk planten met enorme bloeicapaciteit. De Erysimum bowles “Mauve” is bijvoorbeeld een plant die altijd bloeit, zolang het niet vriest of flink koud is. In sommige jaren betekent dit dus een bloei van maar liefst negen maanden. Ook de andere genoemde planten kunnen vaak vijf achtereenvolgende maanden voor bloemen zorgen.

Langbloeiende vaste planten en hun kwetsbaarheid.

Tussen de duur van de bloeitijd van een plant en zijn winterhardheid is een duidelijk verband merkbaar. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar in het algemeen kun je zeggen dat planten die lang bloeien vaak verminderd winterhard zijn. Kijk bijvoorbeeld eens naar de eenjarige planten, zoals petunia’s, begonia’s, vlijtige liesjes etc. Een seizoen lang bloeien ze dagelijks met veel bloemen om vervolgens bij de eerste vorst dood neer te vallen. Ook langbloeiende vaste planten zitten soms in de gevaarlijke hoek. Van het bovenstaande rijtje vaste planten, is de Erysimum het gevoeligste voor vorst. Een Erysimum gaat doorgaans zelfs niet langer dan drie jaar mee. Daarnaast is ook de Verbena een erg kwetsbare vaste plant die regelmatig dood gaat in strenge winters. De Gaura en de Lavatera worden soms verdacht gemaakt, maar dat is niet nodig. Zolang ze in de winter niet in te natte grond staan, komt het bijna altijd goed.

Langbloeiende vaste planten en hun extra natuurwaarde

Een tuin vol bloemen is niet alleen leuk om te zien, maar heeft ook extra natuurwaarde. Vlinders, hommels en andere insecten zullen af en aan vliegen om de nectar en het stuifmeel op te halen. Zodra deze insecten gearriveerd zijn, zullen ook de meesjes en vinkjes niet lang op zich laten wachten. De rupsen die uit de eitjes van de vlinders komen, zijn essentieel bij het opgroeien van de jonge kool- en pimpelmezen. Ook heeft een langbloeiende tuin voordelen voor de bijen die het de laatste tijd moeilijk hebben. Voor al deze kleine diertjes kan de langbloeiende tuin een oase zijn.

Hoveniersbedrijf Ultima Flora. De specialist in rijk en langbloeiende tuinen.

Hoveniersbedrijf Ultima Flora helpt u graag bij het realiseren van uw bloeiende tuin. Ultima Flora heeft zich in de laatste jaren onderscheiden door zijn weelderig bloeiende tuinen in de omgeving van Rhenen en Wageningen. Het aanleggen van beplantingen is de grootste bedrijfsactiviteit van Ultima Flora.  http://www.ultimaflora.garden

Lang bloeiende Geranium Rozanne

Langbloeiende Geranium Rozanne

Langbloeiende plant Leucanthemum

Lang bloeiende Leucanthemum

Coniferen soorten voor een haag. (overzicht)

Coniferen soorten voor een haag (haagconiferen)

Coniferen zijn er in honderden soorten en ondersoorten. Coniferen die geschikt zijn voor een haag, zijn er veel minder. Haagconiferen moeten snel een dichte rij kunnen vormen en goed bestand zijn tegen regelmatige snoei. Welke conifeer je moet nemen in een specifieke situatie, is voor veel mensen een grote vraag. In dit artikel vindt u per coniferen soort een korte opsomming van planteigenschappen. De meest voorkomende haagconiferen soorten vindt u hieronder.

 

Coniferen soorten voor een haag: (haagconiferen)

  • Thuja occidentalis “Brabant”
  • Thuja occidentalis “Yellow ribbon”
  • Thuja occidentalis “Smaragd”
  • Thuja plicata “Atrovirens”
  • Thuja plicata “Gelderland”
  • Thuja plicata “Martin”
  • Taxus baccata
  • Taxus media “Hicksii”
  • Chamaecyparis lawsoniana
  • Cupressocyparis leylandii

 

Thuja occidentalis coniferen soorten.

Van de Thuja occidentalis soorten kun je over het algemeen zeggen dat het sterke coniferen zijn. De Thuja occidentalis “Brabant” wordt veelvuldig gebruikt, en is misschien wel de meest voorkomende haagconifeer. Kenmerkend is de gele of bronzen verkleuring in de winter. Vooral bomen in de wind kleuren flink naar de gele kant. Niet iedereen vindt dit mooi. In de winter gaat de Brabant ook in de rui. Een gedeelte van het groen valt daarbij van de boom. Alle Thuja occidentalis soorten houden er van om vrij te staan. Ze zijn dus niet geschikt om te gebruiken onder grotere bomen. De Brabant is een snelle groeier waarmee je snel een dichte haag kunt realiseren. Een sterke conifeer voor weinig geld. De Thuja occidentalis “Yellow ribbon” is een geschikte kandidaat voor een gele haag. In tegenstelling tot de “Brabant”, groeit deze conifeer niet zo hard. De uiteindelijke hoogte is dan ook slechts vier meter, wanneer er geen snoei zou plaatsvinden. Ook de Thuja occidentalis “Smaragd” wordt voor hagen gebruikt. Een smal opgaande conifeer met een compacte groei. Je kunt je afvragen of een smalle opgaande groei erg geschikt is voor een haagplant. Een voordeel van de smaragd is de trage groei, waardoor er niet zo vaak gesnoeid hoeft te worden. Daarnaast hebben ze de positieve eigenschap dat ze vochtige grond verdragen. Als de smaragd haag eenmaal vol is, heb je zeker een mooie haag. Dit ook door de kenmerkende draaiingen in het loof.

 

Thuja plicata coniferen soorten.

De Thuja plicata coniferen soorten onderscheiden zich van de occidentalis soorten door hun extra bladglans. Ook zijn de veelgebruikte plicata’s vaak mooi diepgroen van kleur. De snelgroeiende plicata’s moeten vaker gesnoeid worden dan de meeste occidentalis soorten. De Thuja plicata “Martin” is, na de taxus soorten, misschien wel de donker groenste haagconifeer. Prachtig als achtergrond achter bloeiende planten. Ook de plicata “Atrovirens” en de plicata “Gelderland” zijn zomer en winter mooi groen zonder verkleuring naar de gele kant. De plicata soorten zijn moeilijk uit elkaar te houden. De plicata Gelderland heeft een wat fijnere bladstructuur en de “Martin” wat grover. Ook is de laatstgenoemde iets meer opgaand van vorm. De plicata’s stellen weinig eisen aan de grondsoort en aan hun omgeving. Ook voor kleigrond zijn deze coniferen dus geschikt.

 

Taxus coniferen soorten.

Taxus coniferen zijn de donker groenste haagconiferen die er zijn. Tuinarchitecten gebruiken de Taxus vaak als achtergrond achter bloeiende planten. Door de donkergroene achtergrond komen de bloemkleuren mooier uit. Een Taxus groeit langzaam, wat aanzienlijk kan schelen in snoeiwerk. Ook is de Taxus de enige conifeer die uitloopt op kaal hout. Zelfs als je alle zijtakken van een Taxus wegknipt, krijg je weer nieuwe uitlopers op de stam. Een haag die te breed is geworden, kan je zodoende altijd weer omvormen naar een nieuwe smalle haag. Voordat een taxushaag mooi vol is, ben je vaak enkele jaren verder. Maar het resultaat mag er zijn. Een groot voordeel van de Taxus is dat de planten ook in de schaduw goed groeien. Halfschaduw is het meest ideaal voor de Taxus. Bijna alle delen van een taxusplant zijn giftig voor mensen en dieren. Taxus baccata is de meest gebruikte taxussoort voor hagen. De Taxus media “Hicksii” groeit nog langzamer dan de Taxus baccata en vormt uiteindelijk een nog dichtere haag. De Taxus baccata “Fastigiata” is ongeschikt als haagplant. Deze ondersoort is bedoeld als solitaire plant in de border.

 

Chamaecyparis lawsoniana coniferen soorten.

Chamaecyparis coniferen zijn beschikbaar in allerlei kleuren en varieteiten. Zo zijn er blauwe en gele varianten beschikbaar. Chamaecyparis soorten houden niet van klei, maar van zure voedzame zandgronden. Ook houden Chamaecyparis soorten niet van een winderige standplaats. Chamaecyparis lawsoniana “Collumnaris” is de blauwe variant die het meest wordt toegepast. Een snelgroeiende soort, waarmee je snel een blauwgrijze haag kunt maken. Chamaecyparis soorten zijn gevoeliger dan andere coniferen voor Phytophthora wortelrot en schimmels. De bladstructuur is fijner, dan bij de meeste Thuja soorten.

 

Cupressocyparis leylandii

De leylandii conifeer is één van de snelst groeiende coniferen. Soms met een scheutlengte van een meter per jaar. Het is een boom die niet compact, maar heel open groeit. Een leylandii haag is snel op hoogte, maar is dan dus nog lang niet vol. Ook deze conifeer is wat gevoeliger voor allerlei schimmels. Met deze zeer snel groeiende haag, ben je verzekerd van veel onderhoudswerk. Toch is deze conifeer een van de populairste haagconiferen. Ook op kleigrond doet een leylandii haag het vaak goed. Een leylandii kan goed tegen wind. Dit in de zin dat de boom het niet onprettig vind of er aan dood gaat. In tegenstelling daarop kan de boom soms makkelijk omwaaien vanwege zijn oppervlakkige wortelgestel. Laat om die reden een leylandii haag nooit te hoog worden.

Zelf een tuinbonsai maken.

 

Van welke bomen kan je een tuinbonsai maken?

Een bonsaiboom is in principe een miniatuur van een volwassen boom. Een schaalmodel dus. Een tuinbonsai is uiteraard wel wat groter dan een bonsai die je in de huiskamer neerzet maar uiteindelijk ook een schaalmodel van een volwassen vrijstaande boom. Als je denkt aan oude bomen, zoals je ze ziet in natuurfilms over de Afrikaanse savanne, dan zie je een boom voor je met horizontale vlakken. Het creéren van horizontale vlakken is de basis bij het maken van een tuinbonsai. Omdat het leuk is dat een tuinbonsai ook sierwaarde heeft in de winter, worden er meestal groenblijvende struiken en bomen gebruikt. Als je de tuinbonsai in de volle grond wilt planten, zul je ook winterhard plantmateriaal moeten gebruiken. Voorbeelden van soorten waarmee je een goede Nederlandse tuinbonsai kunt maken zijn; Buxus, Taxus, Pinus (Den), Juniperus (jeneverbes), en Thuja (conifeer)

 

Hoe kan je zelf een tuinbonsai maken?

Op de foto bij dit artikel zie je een buxusbol en hoe hij er exact twee jaar later uitziet als tuinbonsai. Zoals je kunt zien, heeft de buxusplant als tuinbonsai veel minder volume. Het wegknippen van de dunne karakterloze takjes, is dan ook het eerste wat er moet gebeuren bij het maken van een tuinbonsai. Dit kan alleen als je voor jezelf helder hebt welke takken je wilt overhouden. Natuurlijk kies je voor de dikste takken die al wat karakter hebben. Nadat je de waardeloze takken hebt weggeknipt, ga je de overgebleven takken in de goede stand zetten. Meestal zul je takken moeten uitbuigen van opgaande positie naar horizontale positie. Dit kan bijvoorbeeld door een tak te omwikkelen met ijzerdraad en vervolgens te buigen in de gewenste horizontale positie. Ook is het belangrijk dat je naar alle richtingen takken laat groeien. Loop steeds om de boom heen om te controleren of de tuinbonsai er van alle kanten evenwichtig uitziet. Bij het omwikkelen met ijzerdraad is het belangrijk dat de bast van de plant niet teveel beschadigt.

Na deze werkzaamheden is het voorlopig even wachten. Bij een buxus kun je al na een half jaar het ijzerdraad verwijderen. De takken hebben dan inmiddels hun nieuwe positie aangenomen en zullen blijven staan, zoals je ze gebogen hebt. Bij andere soorten, zoals taxus en thuja duurt dit veel langer. Bij thuja moet je misschien zelfs helemaal geen takken willen buigen. Zelfs horizontale takken van polsdikte trekken nog steeds omhoog. Na enkele jaren staan de takken weer volledig steil omhoog. Direct na het uitbuigen van de takken, kun je een begin maken met het snoeien van platte vlakken. Door de jaren heen, knip je steeds alles weg wat buiten het bestemmingsgebied groeit. Eigenlijk net als bij een buxusbol of piramide.

 

Onderhoud tuinbonsai

Een tuinbonsai moet, net als een buxusbol of haag, gewoon twee keer per jaar gesnoeid worden in de gewenste vorm. Daarbij is het belangrijk dat het idee blijft bestaan, dat de bonsai een schaalmodel is van een volwassen oude boom. Laat de platte vlakken vooral geen bollen worden. Dit geeft direct een truttig resultaat. Ook is het belangrijk dat de bovenste vlakken niet te breed worden. Zodoende zouden ze het licht wegnemen voor de onderste vlakken.

Hoveniersbedrijf Ultima Flora helpt u graag bij uw tuin. http://www.ultimaflora.garden

Lijst van bijenlokkende tuinplanten.

Iedereen weet inmiddels dat de bijen het tegenwoordig erg moeilijk hebben. Inmiddels is dit een oud gegeven maar de problemen worden nog niet minder groot. Men is het nog niet altijd eens over waar exact de oorzaak van het probleem ligt. Wel is duidelijk dat iedere tuineigenaar iets kan betekenen voor het overleven van de bijen. Dit is mogelijk door de bijen te verwennen met de ultieme bijenplanten. Bijen verzamelen nectar en struifmeel vanaf het vroege voorjaar tot het late najaar. Midden in de zomer is er vaak wel genoeg te vinden maar in het vroege voorjaar en late najaar is het soms aanpoten voor de bijen. De moderne strakke tuintjes met veel bestrating dragen vaak ook al niet bij aan het in stand houden van een gezonde bijenpopulatie. Het is dus zaak om de tuin in te poten met bijenplanten. Ultima Flora deed onderzoek en sprak met verschillende imkers, bijenverenigingen en hoveniers. Onderstaande bijenlokkende tuinplanten zijn voor iedere bij een hemelse ervaring en helpen de soort in stand te houden. Achter sommige planten staat vermeld of ze in het vroege voorjaar of het late najaar bloeien en dus extra belangrijk zijn. Soorten die extra worden gewaardeerd zijn gemerkt met uitroeptekens.

 

Bijenlokkende bomen

Wilg !!!  (Voorjaar)

Appel (Voorjaar)

Peer (Voorjaar)

Kers (Voorjaar)

Linde

Esdoorn

Acacia

Paardenkastanje

Tamme kastanje

Bijenboom

Honingboom

Vogelkers

 

Bijenlokkende Struiken en haagplantsoen

Meidoorn

Sleedoorn

Drentse krentenboom

Viburnum Tinus (Voorjaar)

Buxus

Struikklimop (Najaar)

Klimhortensia

Zwarte bes

 

Bijenlokkende vaste planten

Stokroos

Kattenkruid

Lavendel !

Koninginnekruid

Herfstaster (Najaar)

Salvia soorten

Kerstroos (Voorjaar)

Kruipend Zenegroen (Voorjaar)

Klokjesbloem soorten

Rozen (enkelbladige bloem)

Persicaria amplexicaulis !!! (Najaar)

Sedum spectabilis (Najaar)

Longkruid (Voorjaar)

Geranium sanguineum

Heide soorten !

Judaspenning

Bergamotplant

 

Bijenlokkende kruiden (vaste planten)

Marjolijn

Rozemarijn

Tijm

Salie

Munt

Bieslook

 

Bijenlokkende Bol en knolgewassen

Krokus !!! (Voorjaar)

Hyacint (Voorjaar)

Sneeuwvlokje (Voorjaar)

Dahlia (Najaar)

Boshyacint ! (Voorjaar)

 

Bijenlokkend zaaigoed

Boekweit

Gele mosterd  !

Koreander

Goudsbloem

Dille

Korenbloem

Koolzaad

Phacelia !!!

Klaproos

Vingerhoedskruid

Zonnebloem !

Hoveniersbedrijf Ultima Flora uit Rhenen helpt u graag bij het inrichten en onderhouden van uw tuin. http://www.ultimaflora.garden

Horetensia snoeien per soort

Hortensia snoeien

Hortensia snoeien. Hoe doe je dat?

Bij het snoeien van hortensia’s is het belangrijk om te beseffen dat geen enkele soort hortensia perseé  gesnoeid moet worden. Bij niet snoeien van hortensia’s is het gevolg eigenlijk  altijd dat je meer bloemen krijgt die wel kleiner zijn dan wanneer je wel snoeit. Natuurlijk is het wel zo netjes om de uitgebloeide bloemen uit de plant te knippen. Snoeien is dus eigenlijk alleen noodzakelijk als de hortensia te groot is voor de plek waar hij staat of bij veel dood hout in de plant. Hieronder volgt een overzicht per soort en hoe je deze soort eventueel kunt snoeien.

Hydrangea macrophylla snoeien. (gewone of boeren hortensia)

De gewone boeren hortensia bloeit op het hout dat het vorige groeiseizoen is gemaakt. Als je deze hortensia bij de grond zou afknippen is dat dus automatisch een jaar geen bloei. De beste manier om deze hortensia te snoeien is de verjongingsmethode. Na de bloei de dikste takken helemaal tot aan de grond terugsnoeien en de jongere takken met rust laten. Ook het dode hout kan natuurlijk weggehaald worden. Op deze manier komt er ook weer meer licht in het centrum van de plant waardoor de plant gemotiveerd raakt om weer vanuit de grond uit te lopen en niet alleen uitlopers te maken in de top van de plant.

Hydrangea Paniculata snoeien. (pluimhortensia)

Deze hortensia bloeit op het hout dat hetzelfde groeiseizoen gemaakt word. Deze plant kan je dus zonder gevolgen voor de bloei bij de grond afknippen. In dat geval krijg je flinke uitlopers en erg grote bloemen. Als je de pluimhortensia nooit knipt zal hij uitgroeien tot een boomachtige struik. Ze kunnen met gemak twee of drie meter hoog worden. De bloemen worden dan wel kleiner. Ook kun je de struik jaarlijks terugknippen op bijvoorbeeld een meter hoogte en een mooi blijvend geraamte bouwen.

Hydrangea arborescens “Annabelle” snoeien. (bolhortensia)

Deze hortensia bloeit op het hout dat hetzelfde groeiseizoen gemaakt word. Je kan deze hortensia dus zonder gevolgen voor de bloei bij de grond afknippen in het voorjaar. De bolhortensia is een bekende omvalplant. Dit omvallen komt door de zware bloemen. Deze hortensia  wordt vaak teruggesnoeid tot aan de grond maar dit is direct ook de oorzaak van het omvallen. De plant maakt door het terugsnoeien razendsnel nieuwe scheuten. Deze scheuten zijn vervolgens niet sterk genoeg om de grote bloemen te dragen. De beste optie is wellicht om een geraamte van sterke takken te laten staan. Zodoende krijg je een sterkere plant en kleinere bloemen die niet omvallen. Natuurlijk wordt de plant dan wel groter dan gebruikelijk.

Hydrangea anomala snoeien. (klimhortensia)

De klimhortensia bloeit op het hout dat het vorige groeiseizoen is gemaakt. Als je kort na de bloei snoeit kan de plant nog rustig takken maken waar hij het volgende jaar op kan bloeien. Als je vlak voor de bloeiperiode snoeit kost het je bij iedere knip bloemen. Als klimhortensia’s te zwaar worden kunnen de zuigwortels de plant niet meer tegen de muur aan houden en valt de plant plotseling van de muur. Bij het snoeien knip je de plant dus tegen de muur aan. Alles wat er te ver van af komt knip je er eenvoudigweg van af.

Hoveniersbedrijf Ultima Flora uit Rhenen helpt u graag bij iedere snoeiklus  http://www.ultimaflora.garden

Natuurlijke tuinafscheiding van compost.

De composthoop

Doorgewinterde tuinliefhebbers weten het. Compost in de tuin is onmisbaar. Vaak worden er composthopen gemaakt die na verloop van tijd overvol zijn. Onderin de hoop is het compost inmiddels van goede kwaliteit, maar bovenin de hoop nog lang niet. De compost onderuit de hoop weghalen is een vervelende klus. Om de hele hoop klaar te maken voor hergebruik zou je tijdelijk een tweede composthoop kunnen maken. Natuurlijk kost dit allemaal veel ruimte. Al jaren is er het compostvat. Een soort regenton met onderin een opening om het verteerde materiaal eruit te halen. Voor grote tuinen is dit goede systeem echter te kleinschalig. Zo ontstond het idee van de compostmuur.

 

Een natuurlijke tuinafscheiding van compost. De compostmuur.

De compostmuur op de foto’s bestaat uit twee wanden van betongaas waartussen het tuinafval kan worden gedeponeerd. Het betongaas reikt niet helemaal tot aan de grond. Aan de onderkant kan er dus met gemak een spade onder gestoken worden om het compost er uit te scheppen. Onderin zit logischerwijs het meest verteerde materiaal. In dit ontwerp is gekozen voor onbewerkt ijzer dat dus gewoon gaat roesten. Op deze manier krijgt het nagenoeg dezelfde kleur als het compost en is het ijzer bijna niet te zien. Het betongaas is bevestigd aan onverwoestbare bielzen die rechtop in de grond staan. Een degelijke constructie die jarenlang meekan. Ook de bielzen hebben ongeveer de kleur van het compost. Zodoende ontstaat er een mooi rustig geheel dat tegelijkertijd uitstekend dienst kan doen als natuurlijke tuinafscheiding van een grote tuin.

Het natsproeien van de muur kan het verteringsproces nog wat bevorderen. Door een keer tussen de gaaswanden door te lopen zakt het materiaal wat in elkaar waardoor het vocht nog iets beter blijft hangen.

 

Bijdrage aan de natuur

De compostmuur kan een belangrijke bijdrage leveren aan de natuurwaarde van een tuin. Vogels en kleine dieren zoals egels vinden er wellicht beschutting, en ook is het niet ondenkbaar dat vlinders en andere insecten de muur kunnen gebruiken om te overwinteren. De compostmuur kan tevens voor veel kleine dieren en vogels een bron van voedsel zijn. Deze natuurlijke tuinafscheiding zal namelijk wemelen van kleine prooidiertjes zoals pissebedden, mieren, torren en spinnen.

Hoveniersbedrijf Ultima Flora helpt u graag bij het realiseren van allerlei tuinplannen en bij het onderhoud van uw tuin. Klik HIER voor de homepage. Kijkt u ook eens bij de andere tuintips van hoveniersbedrijf Ultima Flora uit Rhenen.